Vanaf het moment dat we geboren worden start het vergelijken. “Zooo, hij heeft de mond van zijn vader!” Of: “Ja, echt een kopie van d’r moeder”, “Ze heeft de ogen van d’r vader”, “Heb je z’n voeten gezien? Echt die van z’n vader”. En zo gaat het wel even door. En dan heb ik de vergelijkingen met opa’s, oma’s, broers en zussen nog maar even achterwege gelaten. Het is een aaneenrijging van vergelijkingen. Leuk is dat! Althans, als de vergelijking een beetje positief is. En het vergelijken stopt niet als we ouder worden.

Op een gegeven moment wanneer we naar school gaan, dan start het vergelijken van elkaars kleren en dergelijke. Dan wordt het soort kleren en merk van kleren belangrijk. En ook daarmee kunnen we elkaar lekker gek maken. Sterker nog het kan bepalen bij welke groep je “hoort” op school of in de klas. En dat nog los van alle schoolprestaties die vergeleken worden met dat voorbeeldige vriendje of neefje, want die is zo goed in rekenen of taal.

En zo gaat het vergelijken door. Dan wordt er gekeken naar wat voor baan we hebben, in wat voor huis we wonen, wat voor auto er voor de deur staat en noem maar op. In het ene geval maken we zelf de vergelijking en in het andere geval wordt de vergelijking voor ons gemaakt. Dat laatste geldt ook met alle vergelijkingssites die er zijn, je kan het zo gek niet bedenken of je kan het vergelijken. Of het nu gaat om tv’s, zorgverzekeringen, luiers, goede doelen of ringtones, we kunnen bijna alles online vergelijken. En met materiele zaken of diensten is het heel goed om het te vergelijken, dit kan veel geld schelen.

Ook als je zelf kinderen hebt ligt het vergelijken op de loer. Als je te maken hebt met een nachtbraker en je hoort van iemand anders dat hun kindje de hele nacht doorslaapt kan je denken, hadden we dat ook maar. Hoor je dat iemand anders heel veel moeite heeft met het geven van voeding en je hebt het zelf niet, dan bestaat de mogelijkheid dat je denkt, ik ben blij dat wij daar geen last van hebben. En daarmee vergelijken we ook.

Het feit dat we na een paar weken na de geboorte bij Rosalin het gevoel hadden dat er iets niet klopte, kwam doordat we konden vergelijken met hoe het ging met Lisanna. Dan is vergelijken best handig. Maar hoe ouder Rosalin wordt en daarmee ook de verschillen ten opzichte van de ontwikkeling van haar grote zus, dan is de vergelijking soms best pijnlijk.

Ook al zou ik het niet willen, “ongemerkt” vergelijk je ook met kinderen om je heen, kinderen van vrienden of familie. Als je dan hoort of ziet welke stappen kinderen maken dan is dat weer een confrontatie met dat Rosalin die stappen (nog) niet maakt. Ontwikkelingen die bij anderen zo vanzelfsprekend zijn, zijn voor ons ontwikkelingen waar we op hopen. Kinderen die zelfstandig gaan zitten, de eerste stapjes zetten, de eerste woordjes brabbelen…… ja, dat zou Rosalin ook al lang moeten doen.

Voor mezelf probeer ik niet teveel te vergelijken en dat gaat soms best aardig. Aan de andere kant zijn er vaak genoeg momenten dat de vergelijking een confrontatie met de werkelijkheid is. Als ouders is het ook volkomen logisch dat je vol trots vertelt wat je zoon/dochter al kan. En gelukkig weten we ook dat familie en vrienden daarin rekening houden met onze gevoelens.

Vergelijken is iets wat vanaf de geboorte begint en niet lijkt op te houden. Voor mij is het een proces om hier mee om te leren gaan, maar ik stel mezelf toch nog regelmatig de vraag: stopt ooit het vergelijken?!

Los van die vraag is het fijn om te horen welke ontwikkelingen en stapjes er zijn bij andere kinderen. En daarbij is het ook fijn dat, uitgesproken of niet, ik het gevoel heb dat er een beetje rekening gehouden wordt met mijn gevoel. Het is soms best lastig, maar grotendeels overheerst de blijheid voor de ander 🙂

Geschreven door Willem Tukker